Dannis
- Daphne van Dijk
- 26 sep
- 19 minuten om te lezen
Als je het hebt over de vergankelijkheid van het leven en het omgaan met tegenslag, zijn er weinig andere plekken waar de grens tussen leven en dood zo meedogenloos hard is als die in het vakgebied van Dannis. Dannis is als kinderoncoloog en wetenschapper verbonden aan het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht en heeft zich gespecialiseerd in de behandeling van hersentumoren.
Wanneer ik het Prinses Máxima Centrum binnenloop voel ik meteen wat voor plek dit is. Vrolijke kleuren, mooie schilderijen aan de wand, gemaakt door de patiënten. Beweging, reuring. Het is een zomerse dag. De zonnestralen vallen naar binnen door de grote hoge glazen pui en weerkaatsen op de glimmende vloer. En toch voel ik een zwaarte. Ik loop hier naar binnen als een vrouw met een missie, maar ook als een moeder van twee gezonde kinderen. Als ik in de centrale hal plaatsneem om op Dannis te wachten, besef ik mij hoeveel ouders hier dagelijks binnenlopen. Net als ik. Dol op hun kroost. Vervuld van liefde, maar dit vermengt met pure angst. Dat ze hun kostbaarste bezit veel vroeger dan verwacht los moeten laten.
De dame bij de receptie vraagt mij plaats te nemen en kijkt naar links. Ik zie dat ze de blik van iemand probeert te vangen. Wat niet lukt. Ze fluistert samenzweerderig: ‘Dannis staat daar al, maar is nog even met zijn collega’s koffie aan het drinken’. Dannis ten voeten uit, begrijp ik later. Een verbinder. Een mensenmens. Open. Iemand die luistert. Ik fluister terug naar de receptioniste; “Rustig aan, ik heb alle tijd”. En terwijl ik dit uitspreek besef ik mij dat er op deze plek heel veel mensen zijn die niet ‘alle tijd’ hebben. Waar tijd het allergrootste goed is.
Dannis vraagt of ik het goed vind om in het restaurant of buiten te gaan zitten: “Ik hou niet zo van dat klinische bureau”. Ik knik en lach. Op de weg naar het Prinses Máxima Centrum had ik mij dit gesprek natuurlijk al ingebeeld. In een klinisch witte omgeving. Het leven loopt nooit zoals je verwacht. Ook nu niet. We nemen buiten plaats aan een lange tafel, omringd door andere artsen. Bij onze kennismaking maakt Dannis meteen korte metten met het beeld van een afstandelijke arts in een witte, steriele kamer. “We zijn ook gewoon mensen. Ik heb ook twijfel. En schuldgevoel”
Nadat we de eerste woorden gewisseld hebben strijkt er een kauw neer op de tafel waar we aan zitten. Ons enthousiaste gepraat wordt onderbroken door luidruchtig gekwetter. Weer lachen we. Ondanks de zwaarte van de plek, voelt dit gesprek luchtig. Ik vraag Dannis naar verlies in zijn leven. Hij praat rustig en weloverwogen: “In mijn eigen leven heb ik weinig grote life-events gehad die zich kenmerken door verlies. Ik heb mijn beide ouders en mijn zus nog. Echter, mijn vrouw is wel haar beide ouders verloren toen ze 11 jaar oud was, bij een auto-ongeluk. Degene waar ik heel veel van hou, draagt dit verlies elke dag met haar mee. Daarnaast heb ik zeer regelmatig te maken met indirect verlies: in mijn persoonlijke leven, maar vooral met regelmaat in mijn werkende leven als arts bij het kinderoncologie centrum van Nederland. ” Hier worden alle kinderen met kanker in Nederland behandeld en vindt ook al het onderzoek plaats.
Al jong besefte Dannis dat hij mensen wilde helpen: “Ik heb altijd behoefte gehad om mensen te helpen. Om connectie te maken met mensen op een niet-oppervlakkige manier. Ik wil met mensen over wezenlijke zaken praten, ook op het vlak van emotie. Op de middelbare school stond ik voor een lastige keuze; ik word óf dokter (om andere mensen te kunnen helpen) óf ik word acteur of regisseur (om mensen te kunnen bewegen en op een heel fundamenteel, emotioneel gevoelsniveau met gelijkgestemden bezig te kunnen zijn). Het lijken zo op het eerste oog twee totaal verschillende richtingen, maar ze liggen meer bij elkaar dan je op het eerste gezicht zou denken. Het gaat in beide gevallen om verbinden en niet alleen te willen zijn.”
“Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om geneeskunde te gaan studeren. Heel eerlijk; als ik terugkijk was dit een behoorlijk risicomijdende, veilige keuze. De kans op een baan was hiermee het grootste. Al denk ik dat ik overal kan werken waar een verbinding met andere mensen is. Een verbinding die ertoe doet. Dat is ook de reden dat ik uiteindelijk ook dit vakgebied heb gekozen. Je hebt écht een hele intieme band met mensen. Een band die gesterkt wordt door hetgeen hen het meest dierbaar is; namelijk hun kind. En een dreigend verlies van hun grootste goed.”
Dannis werkt vooral met kinderen met hersenstamkanker. Deze vorm van kanker is zeldzaam en tot dusverre niet geneesbaar. Temeer ook omdat de hersenen een moeilijk bereikbare plek zijn. “Een obstakel in de behandeling van hersenaandoeningen is de bloed-hersenbarrière”, zegt Dannis. “Die zorgt ervoor dat de hersenen goed beschermd zijn tegen gevaarlijke stoffen. Maar dit natuurlijke beschermingsmechanisme maakt de hersenen ook grotendeels ontoegankelijk voor medicijnen, waardoor behandelingen voor veel hersenaandoeningen niet effectief zijn.”
Toen Dannis met dit werk begon was hij strijdbaar en optimistisch. Stellig zegt hij: “ik was er vanaf het begin af aan van overtuigd: ik ga zoveel mogelijk kinderen met kanker genezen.” Momenteel geneest 75%, maar dat betekent dat er nog steeds een flinke groep kinderen is die overlijdt. Dannis vervolgt; “De emotionele impact die dat heeft op jou als arts is groot. Het overlijden van een kind voelt al snel als persoonlijk tekortschieten of falen. Dat je niet meer kán doen… Het is moeilijk je dat niet persoonlijk aan te trekken.”
Inmiddels heeft hij verschillende dingen gedaan om de diepe teleurstellingen die hij in zijn vak te verwerken krijgt op een andere manier te framen. Dannis is heel open over de keuze om in therapie te gaan om te leren omgaan met de emotionele impact van zijn werk: “Het verlies bij het Prinses Máxima Centrum raakt mij op verschillende manieren. Door de empathie, doordat je de pijn ziet. Bovendien ben ik de boodschapper van het nieuws. In het begin voelde ik het alsof ik het leed veroorzaakte. Daarnaast heb ik ook regelmatig te maken met een medisch schuldgevoel. Een stukje schaamte. We zijn nog steeds niet in staat om bepaalde ziekten te kunnen genezen. Die schuld en schaamte heb ik inmiddels omgezet naar onderzoek.
“De vreselijke uitkomst is soms onvermijdelijk. Het allerlastigste zijn daarbij de gesprekken met de kinderen en hun ouders. Ik ga ze nieuws brengen wat hun hele leven ondersteboven gaat zetten. Ik wéét dat ik alleen de boodschapper ben, maar ik heb dat echt moeten leren. Ik bén niet de oorzaak van hun verdriet. Die twee dingen moet je echt loskoppelen. Ik heb geen steek laten vallen of een fout gemaakt. Dit komt door hun ziekte.”
Ik luister aandachtig naar Dannis en probeer mij in te beelden hoe zo’n gesprek er aan toe gaat. Dat is niet voor te stellen. Dannis onderbreekt mijn gedachten: “Psychotherapie heeft mij geholpen om een balans te creëren tussen mijn menselijke betrokkenheid en de professionele afstand. Om een beter te kunnen laveren tussen mijn ratio en gevoel. Ik was een tijd lang heel bang om die menselijke kant kwijt te raken. Dat risico is er nu eenmaal. Het is immers vreselijk om ouders te vertellen dat hun kind niet meer beter wordt en op zo’n moment emoties doseren is gewoonweg ontzettend lastig. Je wilt aan de ene kant niet enorm hard gaan huilen, maar je wilt ook niet de kille arts uithangen. Als je wekelijks heftige emoties hebt, zou je in de reflex kunnen schieten om een muur om je hart te bouwen, om jezelf volledig af te sluiten voor de band tussen jou en de ander. Maar dat wilde ik niet. Inlevingsvermogen maakt mij in mijn ogen namelijk ook een betere arts. Dat zou ik nooit willen verliezen. Maar de balans vinden tussen keihard geraakt worden en het optrekken van een muur, blijft lastig.
Rond mijn 30ste merkte ik dat dit escaleerde en heb ik zelfs een soort crisis meegemaakt. Gevoelsmatig moest ik teveel ballen in de lucht houden. Ik was naast mijn werk in het Prinses Máxima Centrum bezig met mijn eigen wetenschappelijk promotietraject, waarbij duidelijke kaders misten. Tegelijkertijd lukte het mijn vrouw en mij op dat moment niet om zwanger te worden van ons eerste kind. Dit voelde voor mij als falen en resulteerde ook in een vorm van rouw. Rouw om iets wat er niet was. Ik stond op dat moment op een punt van mijn leven waar je kritisch naar jezelf kijkt: Waar sta ik nu in het leven? Waarom doe ik wat ik doe? Is dit het eigenlijk allemaal…?
Om antwoorden te vinden, besloot ik psychotherapie te laten volgen door psychoanalyse. Het geijkte beeld van een psychiater op de bank werd hier werkelijkheid: ik streek neer op een bank en ging praten. Vooral heel veel praten. Je gaat terug naar de kern. Waarom ben je wie je bent? Daar kwam bij mij heel erg duidelijk naar voren waar mijn behoeftes liggen en hoe ik als persoon in elkaar steek. Bijvoorbeeld dat ik een vrij extravert persoon ben, dat ik goed kan praten over gevoelens en dat ik intuïtief ben. In dit proces heb ik veel over mijzelf geleerd, maar ook over andere zorgverleners. Het blijkt dat we vaak dezelfde beweegredenen hebben om ons vak uit te oefenen. Bij veel zorgverleners zit er een trauma. Dat klinkt heel zwaar op de hand, maar vaak is er in hun jeugd iets gebeurt wat hen gevormd heeft. Regelmatig is dat de trigger waardoor zij anderen zo graag willen helen.
Dannis praat rustig en weloverwogen: “Ik heb ook onderzocht waar mijn behoeftes vandaan komen en sinds ik mij daarvan bewust ben kan ik op een veel zachtere manier naar mijzelf kijken.” Hij voegt daaraan toe: “Het zijn zaken die niet verwijtbaar zijn. Deze worden van generatie op generatie doorgeven. Vaak onbewust. Maar daarbij is het ook mogelijk dat je rouw ervaart, omdat je boos of teleurgesteld bent over wat het met jou doet in jouw leven. Ik vind het een verrijking om die bewustwording te hebben. Daarmee kun je namelijk de erflast doorbreken. Zo ook naar jouw eigen kinderen toe, door er open met elkaar over te communiceren.”
Niet alleen hoe ik naar mezelf kijk heeft mij veranderd, maar ook de maatschappij is veranderd. Als man en als arts mag je gelukkig steeds meer je emoties tonen. Dat was vroeger een taboe. Bovendien werken er steeds meer vrouwen in de medische wereld. Dat helpt ook mee. Vrouwen praten immers wat makkelijker over gevoelens. Als arts ben je in mijn ogen niet meer de autoriteit in witte jas: wij zijn ook maar gewoon mensen. En heel eerlijk: als je laat zien dat je geraakt bent door iets, als je je kwetsbaarheid durft te tonen, dan is dat toch heel krachtig?
“Toch is het verdriet wat je ziet soms zó groot… En omdat ik zo’n empathisch persoon ben, raakt het mij op dat moment ook echt hard. Het geeft bij mij een soort zenuwachtig gevoel. Je moet dan wel technieken hanteren om het aan te kunnen. Zo probeer ik regelmatig even uit de situatie te stappen en focus ik mij op zo’n moment op een ander onderwerp; wat eten we vanavond? Of wat voor boodschappen moet ik nog doen? En daarbij ook de realisatie dat dat okay is, want dat is een soort zelfbescherming om dit soort gesprekken aan te kunnen gaan. In het begin had ik bij deze techniek altijd een oordeel over bij mijzelf. Dat kun je toch niet doen? Dat mag niet. Dat is asociaal. Als je dat doet, ben je een on-empathische lul. Je hangt zelf vaak een label ergens aan of oordeelt streng over jezelf.”
Een van de recente nummers van Wende Snijders, ‘Het Is Genoeg’, zegt dat heel mooi: Het is goed. Meer dan genoeg. Met alle glans en rafelranden. Ik ben meer dan goed genoeg. En dat is de truc; het omarmen van wat is. Het geeft mij inzicht waar ik iets mee kan. Je hoeft niet anders te zijn. Je bent al goed zoals je nu bent. Ellen Laan, professor seksuologie en naaste collega van mijn vrouw, is vorig jaar overleden. Zij was iemand die ook sterk benadrukte op jezelf te durven vertrouwen. Zij verwoordde dat ook zo: ‘Joh trek je niet teveel aan van aan wat anderen van je vinden, je bent goed zoals je bent, je hoeft niet iets te worden, je bent het al’. Dannis laat even een stilte vallen; “Dat vind ik zo intens mooi gezegd. Die bewustwording, daarin zit de essentie. We proberen allemaal wat na te streven of ergens aan te voldoen, maar je bent het al. Stop met het veroordelen van jezelf. Wees je er bewust van en haal daar het mooiste uit.”
Dat diversiteit belangrijk is, probeer ik ook mijn onderzoeksgroep mee te geven. Onze onderzoeksgroep bestaat uit allerlei verschillende personen Zij worstelen ook wel eens, maar dan ben ik altijd heel resoluut: “ik heb jou uitgekozen om wie je bent en niet zodat je je gaat conformeren aan de rest van de groep. Ik wil dat jullie allemaal anders zijn, dat maakt het juist mooi. Dat raakt mij ook in discussies over LHBTQI of discriminatie. Laten we daarmee kappen en mensen gewoon zien om wie ze zijn. Laten we stoppen met al dat labelen en hokjes-denken. Waarom willen we overal een label aan hangen? Liefde. Dat is alles wat je nodig hebt. En een goede balans tussen ziel en ego.”
In situaties waarin je tegenslag ervaart, is het cruciaal om de tijd te nemen om naar jezelf te kijken en je bewust te worden van jouw gedachten, overtuigingen en gedragspatronen. Als je erkent dat het ego een constructie is van wat je zelf van jezelf ziet en niet van wat je bent, kun je dat ook trainen. Als je gaat inzien wanneer je je te veel laat beïnvloeden door het ego en dat los kunt laten, ga je veel vrijer en vanuit liefde leven. Vanuit passie en bezieling. We hebben als mensen zo vaak een projectief waardeoordeel. Daar wordt het ego geraakt. In plaats van daarop agressief te reageren, zoals nu heel vaak op sociale media gebeurt, zouden we veel vaker met elkaar in gesprek moeten gaan. Dat kan heel makkelijk door te vragen: Waarom zeg je dit? Verbind je met die mensen waar je je nooit zo snel mee zou verbinden. Daar zit vaak een heel verhaal achter, wat totaal anders is dan je van tevoren denkt.
Naast een goede balans tussen ziel en ego, moet er ook een goede werk-privébalans zijn. Dannis fronst zijn wenkbrauwen: “Ik vond het in het verleden lastig om de werkdag achter mij te laten. Dat was voor mijn gezin vooral vervelend. Als ik een moeilijk gesprek op mijn werk had gehad, dan was ik doodop en viel ik uitgeput op de bank in slaap. En ook de gesprekken aan tafel gingen vaak over het leed op mijn werk. Al het andere leed van mijn gezinsleden verschraalde daar natuurlijk bij. Dat moest écht anders; want mijn kinderen hebben er niet voor gekozen dat ik dit werk doe. Nu gaat dat beter. Ik kan het allemaal wat beter kanaliseren.”
Eigenlijk voelt mijn werk niet als werk. Ik doe alles waar mijn hart sneller van gaat kloppen. Ik ben arts en doe daarnaast onderzoek met een team van bevlogen mensen. Ik doe dus niets fulltime en probeer vooral ook genoeg tijd vrij te maken voor de dingen die mij energie geven. Dit zijn in mijn geval onder andere mijn gezin, mijn vrienden, maar ook muziek. Festivals en concerten zijn voor mij een grote energiebron. Zo ben ik afgelopen week naar Beyoncé geweest. Dannis gaat meteen stralen: “Fantastisch! Die energie die ik daar zie, absorbeer ik en neem ik echt mee.“
“Het geeft mij bovendien enorm veel voldoening om verschillende partijen samen te brengen; dat geeft zo’n warm gevoel. Het gaat weg van het ego en juist naar bezieling. Dat je samen iets doet, niet voor jezelf, maar voor ‘the greater good’ voelt zoveel rijker. Ik doe onderzoek naar nieuwe technieken en medicijnen te bestrijding van hersentumoren. Het lastige is dat de hersenen heel lastig te bereiken zijn voor therapie, dus je moet buiten de gebaande paden denken om verandering te bewerkstelligen. Ik werk veel samen met het bedrijfsleven en technische universiteiten, omdat daar de innovatie zit. Samenwerken brengt letterlijk zaken in beweging.”
Zo werken we nu aan een samenwerkingsproject met Amsterdam UMC, UMC Utrecht en Leiden UMC wat gericht is op ultrageluidbehandelingen: het openen van de hersenen voor therapie. Niet alleen voor kinderen met een hersenstamtumor, maar ook volwassenen met een hersentumor en zelfs mensen met Alzheimer. Het is veel breder. Alles wat zich in de hersenen afspeelt, is moeilijk te bereiken met medicatie en dat kan mogelijk met deze technologie wel. Een echte technologische vernieuwing. Dan vind ik het ook fijn om weer te verbreden en te kijken: wie kan daar meer van profiteren? We moeten als mensen veel meer delen, delen, delen.
Door te verbinden, het gesprek aan te gaan, maar ook door oprecht geïnteresseerd zijn in de wereld van de ander, zullen er nieuwe oplossingen komen. Daar ben ik van overtuigd. Dannis zijn ogen stralen; ‘Ik word blij van het enthousiasme van mensen over hun vakgebied, maar ook wat we voor elkaar kunnen betekenen. Doordat wij vanuit het Prinses Máxima Centrum concrete hulpvragen delen, zijn er vanuit de universiteit ontzettend creatieve oplossingen bedacht. Ook dat is weer ‘liefde’. Er komen mooie verbindingen tot stand, waarbij beide partijen blij zijn. En daar krijg ik weer dopamine van: dat is mijn cadeautje.”
Dannis gelooft dat de sleutel voor het uiteindelijk kunnen genezen van kanker ligt in samenwerking en kruisbestuiving: mensen vanuit verschillende disciplines die van elkaar leren, elkaar aan nieuwe inzichten helpen en samen tot dingen in staat zijn die ze alleen nooit hadden gekund. En dit geloof delen we. Exact wat ik ook doe bij de KNVB. Het bouwen van een ecosysteem, van bedrijven en wetenschappers rondom vernieuwing in het voetbal. Als ik het vergelijk maak met mijn vak, maar vervolgens aangeef dat de wereld van voetbal veranderen wel wat minder indrukwekkend is dan de wereld van mensen met kanker, wijst Dannis mij terecht. ‘Je legt het in een weegschaal. Je weet wat Wende daar op te zeggen heeft, he?’. Ik lach… Hij heeft gelijk.
Dannis is niet schuw en zoekt regelmatig de media op om aandacht te vragen voor het probleem. “Ik zie dat de media een enorme kracht heeft die ik kan gebruiken om zoveel mogelijk mensen raken met onze boodschap.” Zo was Dannis ook diegene die contact legde met Youp van ’t Hek en heel Nederland bekend maakte met Tijn en zijn nagellakactie. Dannis vult aan; “Opnieuw dachten we niet in hokjes en liep ook ik als arts met nagellak rond. Met het geld van deze actie is inmiddels een robotarm aangeschaft in het Máxima waardoor kinderen met een tumor in de hersenstam op nieuwere manieren kunnen worden behandeld in de toekomst. Door het te delen op plekken met bereik, hoop ik mensen te raken en ze in beweging brengen. Noem het naïef, maar ik geloof echt dat we met elkaar op deze manier die oplossing kunnen vinden. Net als jij gelooft dat het Nederlands Elftal komende periode wereldkampioen gaat worden. Dat is mijn drive.”
Daarnaast zijn in- en ontspanning in de vorm van (kracht)sport en meditatie voor Dannis van groot belang om binnen zijn vak te kunnen blijven functioneren en met de tegenslagen om te kunnen blijven gaan. Dannis kijkt mij indringend aan: “Wist je dat tegenslag af te lezen is in de genetische profielen van de hersencellen? Deze cellen worden onder stress gezet bij een verlies. Dit kan een trauma zijn, maar ook een verlies op kleinere schaal. Die hersencellen moeten weer herstellen. Dit kan door middel van medicatie, door psychotherapie of door meditatie.” Dannis zet zijn woorden kracht bij: “Dat is geen zweverigheid, maar is pure wetenschap*. Microglia, dat zijn kleine cellen in jouw hersenen, die allerlei functies hebben. Zo coördineren ze zenuwoverdrachten, maar zijn ze ook verantwoordelijk voor het immuunsysteem. De cellen zelf zijn overigens ook weer onder invloed van het immuunsysteem. En van de 10e hersenzenuw. ”
Dannis zijn passie over het vak komt duidelijker naar voren: “De wetenschap heeft aangetoond dat je door middel van meditatie ook je hersenen zelf kunt trainen. Er vindt verandering plaats in jouw cellen, door stoffen die je zelf kunt beïnvloeden. Je kunt zo jouw hersenfuncties veranderen. En daardoor kunnen processen in jouw hersenen ook weer van gunstige invloed zijn. Zelfliefde is cruciaal om verder te kunnen bij tegenslag. Neem even de tijd voor jezelf. Dit kan door meditatie of een wandeling in de natuur. En zorg ook af en toe voor zelfreflectie; waarom reageer ik zo? En waar heeft dat mee te maken? Dannis grinnikt; “Dan kom je weer terug bij de kracht van psychoanalyse”.
Hij vult aan; “Onderschat bovendien niet de kracht van sport. Ik heb 3 marathons gelopen. Dannis lacht: “Ik ben eigenlijk helemaal geen hardloper, ik heb er uuuuuren over gedaan. Maar ik heb sport in eerste instantie gebruikt als middel om aandacht te vragen voor mijn vakgebied. Om zaken in beweging te zetten. Om op deze manier geld in te zamelen en aandacht te vragen. Het was bijzonder om het met een groep te doen en vergeet niet de endorfine die je daarbij weer cadeau krijgt.”
“Een marathon lopen was voor mij bovendien een manier om aan mezelf te bewijzen dat ik het kon. Ik had het idee dat een marathon lopen onmogelijk was. Maar ik leerde mijzelf hiermee: “wat je ook wilt bereiken, dat kun je bereiken door wilskracht. Hoe beperkt je in je leven soms ook kunt zijn. Als je vol inzet op de doelen die je wilt bereiken - binnen de context van wat je kan – dan lukt dat. Manifesteren is nu een enorme hype, maar als je dat wetenschappelijk gaat bekijken is het eigenlijk self fullfilling prophecy. Je doet een voorspelling en probeert alle acties eromheen zou in te richten dat het ook gaat lukken. Je doet er immers moeite voor. De kans dat het gaat lukken is daarmee ook groter. Dat doel moet je in het vizier houden, maar een pad wordt steen voor steen gemaakt.”
“De marathons liggen inmiddels achter mij en nu focus ik mij vooral op krachttraining. Ik heb gemerkt dat dit beter is voor de mind. Daarnaast doe ik aan intermittent fasting. Ik eet enkel tussen 13.00 – 19.30 uur en ben daardoor enorm opgeknapt. Mentaal werkt dat heel goed. Als je meer spieren opbouwt is dat goed voor je lichaam. Je lichaam ziet er niet alleen beter uit, maar het is ook goed voor jouw zelfvertrouwen en testosteronspiegel. In de huidige tijd zitten heel veel mannen boven de 40 te laag in hun testosteron. Dat is een belangrijk hormoon voor je gelukbeleving (libido, seksualiteit, vertrouwen). Dannis vult aan: “Alleen daarom al denk ik dat krachttraining goed is. Bij mij leidt het bijvoorbeeld ook tot meer creativiteit. Een positieve cirkel. Dit is puur hormonaal.” Daarnaast heeft het nog meer voordelen: “je hebt minder insuline-resistentie, je hebt minder vet, een gezondere glucosehuishouding en geen dumping waardoor je minder suikerbehoefte hebt. Je bent vitaler en minder moe.”
“Een gezond voedingspatroon met krachttraining voor zowel mannen als vrouwen is heel belangrijk voor je mentale staat. Eigenlijk zou dat gesubsidieerd moeten worden door de overheid. Dan bespaar je enorm op ziektekosten en zou je, als je het mij vraagt, uiteindelijk zelfs (psychiatrische) ziekenhuizen gaan sluiten. Eet daarnaast enkel onbewerkte, pure voeding en zo min mogelijk suikers. Laat producten staan als ze door een fabriek heengegaan zijn. De voedingsindustrie heeft ons namelijk allemaal verslaafd gemaakt aan suikers. Die beïnvloeden ook enorm jouw welzijn. Als je daar vanaf komt, heeft het voor heel veel processen - waaronder ‘helen’ - enorm positieve gevolgen.”
Het helen heeft altijd betrekking op het ‘kind in jezelf’. Het is weer een cliché, maar óók dat kun je wetenschappelijk onderbouwen. De belangrijkste programmering van jouw hersenen vindt in de eerste (2) levensjaren plaats. Als kind hebben we bepaalde basisbehoeften, zoals veiligheid, liefde, erkenning en ondersteuning. Deze heeft iedereen nodig om gezond op te groeien. Wanneer deze behoeften in jouw jeugd onvoldoende worden vervuld, kunnen er (emotionele) wonden ontstaan die ook in jouw latere leven nog heel invloed kunnen hebben. Hechting, met name bij de moeder is een heel belangrijk aspect. Heel veel gedrag in jouw latere leven wordt bepaald door gebeurtenissen uit jouw jeugd.
Bij mij betekent dit dat ik probeer te ‘helen’ door mensen te helpen. Ik probeer op dagelijkse basis te achterhalen waar ze hulp bij nodig hebben. Als aan de voorkant de hulpvraag duidelijk gesteld wordt, is het voor mij mogelijk om gericht te zoeken naar oplossingen en hulp aan te bieden. Dit geldt ook voor rouw. Dit kan variëren van: hoe moet ik met mijn werkgever omgaan? Maar ook; mijn kind gaat overlijden, wat kan ik verwachten? Het mooie is dat ik mensen daarin kan begeleiden. Mijn vakgebied is veel breder dan enkel mensen genezen, het is enorm verbindend op een heel diep niveau.
“De belangrijkste voorwaarde om goed te kunnen verbinden is geïnteresseerd zijn in een ander. Niet bang zijn om connectie te maken met de ander. Het Engels heeft daar eigenlijk het allermooiste woord voor: Intimacy. Dit betekent letterlijk; INTO ME SEE. Dat je in de ander kijkt. Dat is ook belangrijk bij rouw. Dat je vragen stelt, dat je niet voor die ander bepaalt hoe hij of zij moet denken. Dat kan niet, want jij bent die ander niet. Maar je kunt wel geïnteresseerd zijn in die ander en vragen stellen: Hoe zit dat met jou? Wat doet het met jou? Wat vind jij belangrijk? Wat voel je daarbij? Als we wat meer naar elkaar zouden luisteren, zonder direct te veroordelen zou de wereld er een heel stuk mooier uitzien. Pushen leidt er alleen maar toe dat een ander verder van zichzelf verwijderd raakt. Of irritatie gaat voelen, waardoor het een energielek voor de ander wordt.”
Dannis besluit; “Het is in je leven niet allemaal halleluja. Bij niemand. Je moet de dalen ervaren, om de mooiste pieken te kunnen bereiken. Mijn leven gaat ook met ups & downs. Zoals ik aangaf zat ik zo rond de 30 ook echt tegen een burn-out aan. Maar ik kan wel terugkijken dat die burn-out weer een bron is geweest van creativiteit en groei. Ik realiseer mij nu dat wanneer ik een offday heb of ik me kut voel, dat dat er gewoon mag zijn. Het staat namelijk altijd weer ten dienste van iets goeds. De zon is er altijd. Het duurt soms alleen even voordat ie weer verschijnt. Je moet dus geduld hebben en hem willen zien.”
Dannis kijkt even naar boven, waar de zon aan de hemel prijkt en vervolgt dan: “De belangrijkste eye-opener de afgelopen jaren is voor mij misschien wel geweest dat je de gevoelens die je hebt, niet bént. Als je je heel verdrietig voelt dan bén je niet verdrietig, maar je voelt je verdrietig. Dat moet je leren, dat is een proces en dat kost tijd. Je wilt uiteindelijk de pijn voorkomen die je als mens ooit gevoeld hebt. Bij zowel jezelf als bij diegenen van wie je houdt. Dan kom je toch weer uit bij de angst. Iets waar veel mensen zich door laten leiden. Zij gaan weg van de pijn. Verdoven zich. Maar van pijn kun je groeien, pijn kan je helen. Je bent wie je bent door wat je hebt meegemaakt. Trauma is de katalysator en bron van wat je nu doet in het leven. “
Helen doet soms pijn. Dat is geen makkelijke weg. Je komt oud zeer tegen. En nee, je hoeft geen heftige trauma’s te hebben meegemaakt. Trauma klink heel zwaar, maar het zit hem vaak in de kleine dingen. Bijvoorbeeld dingen die we als kind hebben meegemaakt, waar we geen erkenning voor hebben gehad. Als je dat proces met jezelf aangaat, dan kun je straks een heel ander leven gaan krijgen. Je wordt namelijk wie jij in essentie bent.
Tony Robbins is zo iemand die mensen daarbij helpt. Hij heeft de behoefte om mensen te emotioneren en in beweging te brengen. Maar uiteindelijk doet Beyonce dat ook op haar manier, met haar muziek en door vele mensen samen te brengen. Het is mooi om mensen dichtbij te laten komen. Velen kijken op tegen grootheden als Tony of Beyoncé, maar dat zijn ook gewoon mensen. Zorg dat je jezelf niet vergelijkt met anderen. Ook bekende mensen zijn net als jij en ik. We zijn allemaal mensen die ons best doen, die soms twijfelen en die soms enorm worstelen met wat we meemaken in ons leven. Het zou voor de wereld heel mooi zijn als we wat meer vanuit liefde en minder vanuit ego beredeneren. Dan kom je toch weer uit met waar we mee begonnen: je bent wie je bent. Je bent goed genoeg.
De belangrijkste les die ik in dit leven mee heb gekregen is; “Leef alsjeblieft in het nu.” Het is een belachelijk cliché, maar leef niet gisteren en leef niet morgen. Gisteren kun je niet meer veranderen. En voor morgen kun je honderd dingen bedenken die verkeerd kunnen lopen – maar het leven loopt toch altijd anders. Wees niet bang, heb geen angst. Today is the tomorrow you were afraid of yesterday. Leef in het nu. En vooral hier. Dat is de essentie. Dat is liefde. Het nu. En een goede balans tussen het ego en de ziel.”
Ik voel mij bevoorrecht over wat ik mag ervaren in Prinses Máxima Centrum. De vrijheid die ik er dagelijks heb en de verschillende kanten van mezelf die ik mag ontdekken. Mijn werk leidt tot enorme creativiteit, omdat je ook andere aspecten van het leven voorbij ziet komen. Dit is niet mijn werk. Dit is mijn leven. Ik kijk nog regelmatig naar de overlijdenskaartjes van de overleden kinderen. Als eerbetoon, maar vooral om door te blijven gaan zodat we ooit een doorbraak gaan krijgen. Ik ben dankbaar voor het feit dat ik samen met anderen wetenschappelijke ontdekkingen mag doen op tumorcellen, waarmee we hopelijk ooit een medicijn vinden wat goed werkt. Ik heb het eindeloze geloof dat dat gaat lukken.
Ik knik en val stil. Ik herken in Dannis mijn onvermoeibare drive om de wereld een stuk mooier achter te laten dan toen ik erop kwam. Dannis onderbreekt mijn gedachten; “Ik doe mijn best. Ik hoop dat ik iets kan bijdragen aan een betere kwaliteit van leven van de kinderen. En dat ik mensen, hoe groot hun verdriet ook is, kan helpen om met dat verdriet te leven. Dat zij ondanks een heel groot verlies, het leven toch nog weten op te pakken en voor henzelf een zinvolle invulling kunnen geven. Net zoals jij nu ook doet na het verlies van jouw zus.”
Ik slik en knik opnieuw. Ik betrap mezelf erop dat ik dit meteen wil nuanceren. Een boek schrijven is wel wat anders dan iedere dag kinderen met een hersentumor proberen te genezen. Maar ik bijt mijn tong af. Dannis gaf mij vandaag prachtige inzichten. De kauw zit nog steeds op de tafel naast hem. Hij is inmiddels stil en kijkt schichtig om zich heen, terwijl zijn zwarte vleugels glanzen in de zon. Alsof hij het ook begrepen heeft; Kwetter zelf wat minder, maar luister. Naar jouw innerlijke stem en niet naar het ego. Kijk. Naar jezelf en om naar de ander. Stop met vergelijken. We zijn allemaal verschillend en volgen ieder ons eigen pad. Voel. Wat voor jou het beste is. En altijd de zon in jouw rug.
Je doet het goed. Je bent (meer dan) goed genoeg.


Opmerkingen